Ontdek

uw sociaal innovatievermogen en overwin de crisis
0800/88250Schrijf u in
Deelnemende organisaties
BIVVVOV Lerend netwerkSEBECO INNOVATIEFStad GentBerenschotPort of GhentSVKAGXInduverKluwer Hemkes ConsultancyAscentoVacatureAttentiaBelgacom4InstanceVeGHOOdthAVSJob & CoVokaSocrefosQ-ListDBM BelgiumKrefimaMy Kingdom For a HorseINGBelfiusPartena Ziekenfonds en PartnersSERV Stichting Innovatie & ArbeidFlanders DCAtlantisAssumaxBoerenbond,ThuishulpREFIBOT-GroepDe Buck TravelX-straBNP ParibasAZ Sint-BlasiusRelax Wellness CentrumCentrum voor OndernemenCommunicatielabInnovatiecentrumAB MauriVan RoeyCreaxBelrom Furniture- FrentlifeICFbaogroupTeituUgentInvertoSERR Gent Rondom GentRyhoveInterpassVokshaardPeers2PeersUniversal CommunicationDe JaegerOpen bedrijvendagISSVlerick SchoolCocom groupStaterRace Productions - Ridley BikesAdebaIBBTStadsbestuur LommelInventisUnizoLuminusDosschemillsAuxifinaPolarisation groupBW BouchoutDe Zwarte DoosSoficoErgoteamSD WorxRyhoveMatexi GroupDezign Crew Tidi SolutionsVacatureGeers OffsetAssumaxFlanders SynergyESFEurotuinAttent

Innovatie is a way of life

Sofie Bracke, schepen van Innovatie en Werk Stad Gent

Sofie Bracke deelt haar visie op de stad en het leven

Één van de strategische doelstellingen van Stad Gent is ten laatste in 2020 internationaal erkend te zijn als centrum voor innovatie en experimenten. Gent is een voortrekker in de evolutie naar een lerende en creatieve samenleving. Sociale innovatie is voor de stad een belangrijk aspect in het verwezenlijken van haar doelstelling. Om te weten hoe Gent dit verder wil aanpakken, ging Ingrid Walry langs bij schepen van Innovatie en Werk Sofie Bracke.

Ingrid Walry: Sociale innovatie is mensen stimuleren om zich open te stellen voor verandering. We moeten de inzet van sociale innovatie valoriseren. Hoe gaat u daar mee om in uw rol als schepen? Hoe bracht uw levensverhaal u de inzichten om mensen verandering te doen verwelkomen?  

Sofie Bracke: Ik ben opgegroeid in een omgeving zonder al te veel problemen en ook mijn schooltijd aan Sint-Bavo liep eigenlijk op rolletjes. Dat heeft zijn stempel op mij gedrukt. Wanneer je dan naar de universiteit gaat en nog later professioneel actief wordt, dan krijgen je leven en je visie dankzij je levenservaring meer vorm. Mensen die me komen vertellen dat hun kijk op de wereld al op hun achttiende gevormd was, die geloof ik niet. Een visie vorm je door wat je professioneel meemaakt, door hoe je kijkt naar de dingen op basis van je ervaringen.

In mijn professionele leven heb ik altijd kunnen werken met mensen die vertrouwen hadden in wat ik deed en kon. Ze zorgden ervoor dat ik mij kon ontplooien. Ik zou zelf niet kunnen werken in een omgeving waar de regels zo streng en strikt zijn dat er voor een stukje eigenheid, persoonlijkheid en eigen drive geen ruimte is. Ik ben rechtstreeks baas van een kabinet van vier à vijf mensen. Onrechtstreeks stuur ik een dienst van honderd mensen aan. Reken je de tewerkstellingsprojecten mee, dan gaat het over vijfhonderd mensen. Ik ga met hen om zoals ik graag heb dat mensen met mij omgaan.

Ik hoef mijn medewerkers niet alles voor te kauwen: het zijn stuk voor stuk verstandige mensen. Ze hebben gestudeerd, het zijn sterke persoonlijkheden en ze hebben allemaal hun eigen expertise. Ze weten zelf wel wanneer ze een tandje moeten bijsteken. Als je goede mensen hebt, dan kan dat ook perfect. Je haalt er voldoende rendement uit. Die mensen overstijgen zichzelf omdat ze zich gewaardeerd voelen en au serieux genomen worden.  

We moeten daar als stadsbestuur nog meer in investeren. Een paar weken geleden ben ik op bezoek geweest bij de FOD Sociale Zekerheid van Frank Van Massenhove. Als je ziet welke resultaten die man kan voorleggen dankzij het omschakelingsverhaal dat hij mogelijk gemaakt heeft …  en vooral de manier waarop: dan ben ik onder de indruk. Iedereen focust op het feit dat hij de prikklok heeft afgeschaft, dat hij heeft iedereen laat thuiswerken – maar dat is technologische innovatie. Ik vind het veel indrukwekkender dat hij de bedrijfscultuur van een typisch federale ambtenarendienst kon veranderen waar werknemers zaten af te tellen tot half vijf. Dat heeft hij kunnen omturnen tot een dynamisch verhaal: niet zozeer door technologische innovatie, wel door te zorgen dat mensen zich mee verantwoordelijk voelen, hun eigen werk mogen organiseren. Loyaliteit op de werkvloer verhogen in aartsmoeilijk. Dat is voor mij een verhaal van sociale innovatie: we kunnen hier heel wat van opsteken.  

Ingrid Walry: U werkt met hoog opgeleide medewerkers  die zichzelf aansturen, maar hoe pak je sociale innovatie aan bij mensen die dat niet kunnen?

Sofie Bracke: Ik ben ook verantwoordelijk voor sociale economie. Heel veel werknemers binnen de sociale economie hebben niet de competenties en mogelijkheden om in alle zelfstandigheid te bepalen wat ze doen. Voor hen is er een systeem van repetitief werk met heel strikte regels. Ze weten precies op voorhand wat er op hen afkomt. Ze kunnen het misschien niet alleen, maar ze kunnen het wel goed doen en daar voldoening uit halen.

Een ander soort mensen heeft wel de competenties maar niet de juiste attitude. Mensen kunnen zo lang op eenzelfde manier werken, dat ze zichzelf niet meer in staat achten om het anders aan te pakken. Ook op dat vlak heeft het verhaal van Van Massenhove me verbaasd.

Vraag mensen wat ze willen in hun leven en het antwoord is vaak: zelfstandig worden. Je bent dan meester over je eigen agenda. Sluit je dan het zelfstandigenrisico uit – iedereen weet graag aan het  eind van de maand hoeveel er binnenkomt – en hoef je je niet te pletter te werken,  dan is meer  zelfstandigheid en meester zijn over je agenda het mooiste wat je kunt bereiken. Zelf je workload inrichten en zorgen dat de resultaten er liggen: ik denk dat veel meer mensen dan we zelf denken daar klaar voor zijn. Ze kunnen dat mits wat coaching en ondersteuning wel aan. Wie zich niet gewaardeerd voelt en zijn creativiteit niet kwijt kan, bloeit dan wél open.

Ingrid Walry: U bent verantwoordelijk voor sociale economie. Daarin zitten de kansengroepen: mensen die door het leven vaak niet gespaard worden. Hun werkattitude laat vaak te wensen over. Hoe kan uw innovatiebeleid het gedrag van mensen beïnvloeden? Op welke manier wilt u aan gedragsontwikkeling doen die ertoe leidt dat meer mensen zich thuis voelen in deze stad – in onze maatschappij, zeg maar?

Sofie Bracke: Sociale economie is een heel waardevol instrument om mensen die in het reguliere economisch circuit niet meekunnen te helpen. Ze hebben de attitude niet meer of ze kunnen het gewoon niet. Als ik kijk naar beschutte werkplaatsen voor mensen met een handicap, dan is het duidelijk dat er heel wat is dat hen niet lukt. Sociale economie is voor hen een heel goede tussenstap, in bepaalde gevallen een eindstation. Sociale werkplaatsen in een bedrijf zijn een waardevolle tussenstap.

Als schepen van Werk zie ik dat de verschillende systemen elkaar eerder tegenwerken. Er zou een activeringsladder moeten zijn waarbij we samen met de werknemer kijken voor welke stap hij of zijn klaar is. Een dalende werkloosheidsuitkering kan tegelijk ook een stimulans zijn om meer mensen aan het werk krijgen.  In de hervorming van de sociale economie zitten nog veel mogelijkheden. Ik heb wel vertrouwen in die evolutie.

Ingrid Walry: Welke acties gaat u daartoe definiëren?

Sofie Bracke: Wij zijn met de Vlaamse overheid aan het meedenken over hoe PWA’s één onderdeel van zo’n activeringsladder kunnen worden. Kijk ik naar de inspanningen die wij doen in het kader van de lokale diensteneconomie, dan stel ik vast dat wij daar als stadsbestuur heel ver in gaan. Wij hebben veel nieuwe functies gecreëerd. We gaan nieuwe manieren zoeken om ervoor te zorgen dat een werkzoekende zich nuttig kan maken voor de maatschappij. Het onbegrip dat er nu is aan beide kanten, moet verdwijnen.

De werkzoekende in de sociale economie heeft het gevoel dat de maatschappij hem niet meer wil en dat hij nergens voor deugt. Zijn uitkering nemen we hem dan ook nog af. Maar het gevoel ergens deel van uit te maken is essentieel: mensen moeten een project voor ogen hebben. De stad moet klaar en duidelijk communiceren dat werkzoekenden niet allemaal mensen zijn die te lui zijn om te werken.

Mensen willen werken aan zichzelf: ze willen er iets van maken. De lokale diensteneconomie is het middel bij uitstek om die twee werelden dichter bij mekaar te brengen. Die twee moeten inzien dat de andere kant ook moeite doet. Ik geloof in voor wat hoort wat.  Maar je moet ook kansen krijgen om er zelf iets van te maken. We moeten als stad blijven zoeken naar nieuwe recepten waarmee die werkzoekenden aan de slag kunnen of om aan die attitudes te werken. We moeten meer werkgevers proberen te overtuigen om met kansengroepen aan de slag te gaan.

Ingrid Walry: Gedragsbeïnvloeding is een belangrijk thema. Daar is een doordacht traject voor nodig. Wie kansengroepen begeleidt, heeft vaak meer levenservaring dan universitaire diploma’s. Ze moeten mensen aansturen die beschadigd zijn door het leven, die niet het vermogen hebben om om te gaan met klanten. Hoe gaan we binnen de sociale economie om met mensen die dat wél kunnen,  maar er geen zin in hebben? En hoe gaan zorgen dat waardevolle begeleiders die niet bestand zijn tegen de druk niet opbranden?

Sofie Bracke: Ik begrijp de moeilijkheid wel. Onze jobcoachers begeleiden trajecten. Krijgen mensen ergens een kans, dan bemiddelen de jobcoachers wanneer die persoon eens niet komt opdagen. Heel mooi werk, maar ook intensief. Na verloop van tijd lopen ze het risico op een burn-out. Typisch is ook dat ze zich tegenslagen persoonlijk aantrekken: ze voelen zich heel nauw betrokken bij hun cliënten.  Mensen vinden die op een juiste manier om kunnen met die druk, is niet eenvoudig. Een juiste mix van rationaliteit en empatisch vermogen is broodnodig. Hun motivatie halen ze uit de succesverhalen. Aan ons om die mee mogelijk te maken.

Ingrid Walry: Gent is een sociaal bolwerk, maar economische duurzaamheid lijkt toch net nog belangrijker. Onze maatschappij verandert: er is een hele stroom van mensen die de waardebeleving en cultuur anders maken. Dat betekent dat we heel sterk moeten inzetten op gedragsbeïnvloeding om de juiste redenen. Hoe pakken we dat aan op het vlak  van innovatie? Er zijn teveel mechanismen, wettelijke bepalingen en maatregelen.

Sofie Bracke: Een stabiele gezinssituatie is alvast een voorwaarde. Waarom zou jij willen opstaan om naar school te gaan, als je ouders niet willen opstaan, niet willen werken, hun hele leven doppen? Wat voor rollenpatroon heb je dan? Toch ben ik er van overtuigd dat iedereen iets heeft waar hij warm of koud van wordt. De kunst is om dat er bij iedereen uit te halen. ik heb al zoveel verhalen gezien van succesvolle ondernemers. Neem nu het voorbeeld van Tineke van Bar d’Oh, een lingeriewinkel: 27 jaar én succesvol. Ze vertelde me dat ze vier à vijf opleidingen was begonnen, maar niets afgemaakt had. Nu werkt ze voor haar zaak, want daar gelooft ze in. Iedereen is ergens goed in of kan in iets goed worden. Voor de overheid ligt daar een enorme taak weggelegd. Het onderwijs zou daar mee een rol in kunnen spelen.

Ingrid Walry: Het is niet aan de overheid om dat te doen, wel dat de overheid sensibiliseert. Ik denk dat er in Gent een stevige sensibiliseringsbeweging is. In Gent is er heel veel samenwerking tussen de verschillende onderwijsinstellingen. Ziet u sociale economie in wisselwerking met de kennis die er in het onderwijs over verzameld wordt? Zijn daar raakvlakken?

Sofie Bracke: In Gent bestaat het partnerschap Gent, Stad in werking. Als schepen van Werk en Innovatie ben ik er voorzitter. De schepen van Onderwijs is ondervoorzitter. Sociale economie zit daar mee aan de tafel, de bouwsector is er vertegenwoordigd, net als welzijn, onderwijs, volwassenenonderwijs, armoedebewegingen, VDAB, OCMW en ouderenorganisaties. In het kader van strategisch overleg plannen wij een aantal grote richtingen en daar gaan we dan acties rond ontwikkelen. De aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt is iets waar we nu mee bezig zijn.

Ingrid Walry: Noemt u eens enkele acties op?

Sofie Bracke: Het verhaal van onderwijs en de arbeidsmarkt is belangrijk, omdat die twee elkaar kunnen versterken. Ik vind het belangrijk dat mensen de juiste beroepskeuzes maken en omgekeerd ook dat beroepen meegenomen worden in het onderwijs. In Gent verlaat één op zes jongeren de schoolbanken zonder diploma. Dat zijn de jongeren die het lange tijd moeilijk zullen hebben om aan een job te raken.

Hoe we omgaan met de nieuwe migratiebeweging is een tweede uitdaging waar we volop mee aan de slag moeten. Daar heeft men internationaal ook nog geen antwoord op. Daar wordt het de kunst om zeer creatief mee te zoeken naar de hefbomen om mensen die hier komen zonder al te veel perspectieven met weinig competenties ook mee in te schakelen te krijgen in het economische verhaal van de stad.

Derde punt: innovatieve arbeidsorganisaties zijn hebben  de sleutel in handen om de knelpunteneconomie die op ons afkomt aan te pakken. Vooral bedrijven die begrijpen wat ze effectief moeten doen om mensen aan zich te binden, zullen overleven.

Ingrid Walry: Hoe laat u de opvoedkundige rol die door de school werd afgerond oppikken en verder zetten door werkgevers? Dat wordt volgens mij een belangrijke opdracht voor hen.

Sofie Bracke: Ik denk dat de markt zich daar voor een stuk zelf zal reguleren. Alle mogelijke toekomstprognoses over tewerkstelling de komende tien jaar zeggen hetzelfde: we gaan een gigantische knelpunteneconomie tegemoet. Het wordt heel moeilijk om bekwame medewerkers te vinden. Het zal een verhaal worden van investeren in mensen. Mensen die nog niet perfect gevormd zijn, zal je toch binnen moeten halen. Je zal in hen moeten investeren, er moeite voor moeten doen en proberen ze te houden. Van hoog- tot laaggeschoold. Dat wordt de uitdaging voor de Vlaamse bedrijfswereld.

Investeren in jongeren, ouderen langer in dienst houden en ervoor zorgen dat zij dat ook willen … we moeten ook de achterpoortjes sluiten, zodat alle mensen die kunnen werken ook moeten werken. Wie gezond is en kan werken, moet bijgeschoold en omgeschoold worden om effectief aan de slag gaan. We zullen alle arbeidskrachten van jong tot oud nodig hebben.

Ingrid Walry: Burgemeester Termont vertelde ons over Euniversities, een project van een tiental Europese universiteitssteden om hun knowhow en kennis nog meer te bundelen. Is uw beleidsdomein Innovatie daarbij betrokken? Ik denk dat Gent, stad in werking een mooi verhaal is. Kan zo’n case onze reputatie internationaal versterken?

Sofie Bracke: Dat netwerk is natuurlijk een verbond van verschillende steden. De bedoeling is om van elkaar te leren. Zij van ons, maar wij proberen ook de good practices van anderen mee te nemen in ons verhaal. In die zin zijn er binnen het verbond ook verschillende werkgroepen waar rond verschillende thema’s word gewerkt. Niet alleen rond werk, maar ook rond innovatie wordt via onze dienst de terugkoppeling gegeven. De breedte van ons verhaal is toch redelijk uniek: er zijn niet veel andere steden die dat op die manier aanpakken. Kijk naar wat er de voorbije jaren allemaal is uitgekomen: MaxMobiel, De Punt, Bouwbaan … Er zijn al hele mooie zaken in Gent ontstaan, die elders in Vlaanderen worden overgenomen. Ik geloof wel in die aanpak. Er kan heel veel creativiteit uitgaan van verschillende mensen die met een verschillende bril naar eenzelfde probleem kijken.

Ingrid Walry: Promoot u dat ook internationaal? Gent heeft de doelstelling om in 2020 internationaal erkend te zijn als centrum van innovatie en kennis. Wordt in een dergelijk doel ook Gent, stad in werking betrokken?

Sofie Bracke: Gent, stad in werking is een sterk verhaal dat we natuurlijk meenemen. Als we het hebben over Gent als kenniscentrum, dan gaat dat natuurlijk verder dan dat ene project. We zetten echt in op innovatie. We hebben recent een internationale school opgericht om internationale kenniswerkers met hun familie aan te trekken. We maken ruimte vrij voor bedrijven. We zorgen ervoor dat ze via onze dienst Burgerzaken goed ontvangen worden. We denken mee met grote bedrijven die zich hier willen vestigen hoe ze buitenlandse werkers kunnen aantrekken. Gent, stad in werking zorgt ervoor dat de uitstraling van de stad in zijn geheel wel wordt bevorderd, omdat het een sterke methodiek is om naar de arbeidsproblematiek te kijken.

Ingrid Walry: Is ons onderwijssysteem klaar voor meer innovatie en kennisdeling? Privéonderwijs zal een nieuwe dimensie krijgen want er dreigen twee snelheden te ontstaan.

Sofie Bracke: Als de middelmaat de regel zal worden, dan zitten we effectief met een probleem. Ik denk dat er heel veel mensen zijn die zich daarvan bewust zijn. De deur van het onderwijs opengooien zal een hele krachttoer worden. We hebben een internationale school opgericht. Dat is niet bedoeld voor kinderen in België. Als ik de conservatieve, bijna bange, reacties van de scholen zie, als ik kijk hoe Vlaanderen omgaat met Engels binnen het onderwijssysteem en dat eerder al een bedreiging ziet dan als een kans, dan gaat er volgens mij iets fout. Kijk maar hoe de vakbonden reageren omdat onderwijzers niet meer met vijfenvijftig op pensioen kunnen gaan. Mensen die in het onderwijs werken, zouden inspirerende rolmodellen moeten zijn die met plezier in het leven staan en met plezier een bijdrage leveren aan de maatschappij. Zij moeten jonge gasten inspireren en motiveren. Het gedrag van leerkrachten vormt mee je kinderen.  De communicatie tussen ouders en school is ook belangrijk. Het is als ouder fijn om met iemand te kunnen praten die je kind goed kent. Ze kunnen je vertellen hoe ze hun lessen aanpakken. Ouderparticipatie binnen het onderwijs is immens belangrijk.

Ingrid Walry: Mensen met een hoge set competenties hebben het vermogen om in te stappen in een traject van medezeggenschap. Mensen met een beperkte set competenties vinden hun weg minder goed. Op zich is dat niet echt eerlijk: iemand die het kan krijgt medezeggenschap, wie het niet kan, wordt gepamperd. Hoe ziet u dat?

Sofie Bracke: Ik ben bevriend met de directrice van KTA Mobi, een school met 90 procent kansarme kinderen en allochtonen. Zij vindt het wraakroepend dat precies die 90 procent van de ouders onbereikbaar blijft. Een paar jaar geleden heeft ze beslist dat ze schoolrapporten alleen nog uitreikte op oudercontacten. Ze stelde een set van tolken ter beschikking dat Turkse mama’s en papa’s effectief in hun eigen taal daar kunnen over praten. Ze stelt nu vast dat alle ouders naar de school komen tijdens de oudercontacten en dat die contacten veel beter zijn. Ze kan nu wel met die ouders praten over die leerlingen. Voor de paar procenten die ze nog niet kan bereiken, organiseert ze huisbezoeken. Zo zien ze in welke omgeving de leerlingen komen. We moeten allemaal inspanningen doen. Scholen naar ouders toe en ouders naar scholen toe. Samenwerken heeft te maken met gedrag en de manier waarop je naar zaken kijkt.

Ingrid Walry: Voor minister van Innovatie Ingrid Lieten behoort armoedebestrijding ook bij sociale innovatie. Er is een beleid nodig dat gedragsbeïnvloeding moet teweegbrengen, zeker ook in Gent. Hoe ziet u dat praktisch?

Sofie Bracke: Ik denk dat armoedebestrijding niet iets is waar je een stel maatregelen rond neemt en dan resultaat boekt. Er zijn een aantal hefbomen waarmee je ervoor kan zorgen dat mensen zelf armoede kunnen bestrijden: voor een stuk moeten ze het zelf doen. De enige manier om structureel uit armoede te raken, is dat je mensen de kans geeft om zelf sterker te worden.

Daar zijn er twee grote hefbomen voor: werk en onderwijs. Los van het huisgezin. Dat is het grote drama in Vlaanderen. Sociale mobiliteit in Vlaanderen is ongelofelijk laag. De plaats waar je bent opgegroeid is zo bepalend voor wat je zelf van je leven kan maken. Je wilt dat iedere mens de kans neemt om beter te worden, dat ze beter worden dan hun ouders en grootouders. We moeten alles uit de kast halen om die twee zo sterk mogelijk te maken. Mensen die niet willen moeten we duidelijk stoppen. Leefloners die van de maatschappij iets willen krijgen, maar hun kinderen niet naar school sturen: dat kan niet meer.

Ingrid Walry: Ik denk dat dit een heel mooie visie is. Als je wil innoveren moet je kijken naar de juiste hefbomen.

Sofie Bracke: Inzetten op onderwijs en werk en zorgen dat er inspirerende leerkrachten zijn, inspirerende werkgevers ook die willen werken met hun medewerkers. We moeten regels opstellen voor het juiste evenwicht.

www.sofiebracke.be